juni 2022: Bizarre Barok

zaterdag 4 juni, 20:30 uur in de Nicolaaskerk op Vlieland
zaterdag 11 juni, 20:15 uur in de Lokhorstkerk in Leiden


George Philipp Telemann (1681 – 1767): Suite ‘La Bizarre’ in G-groot (TWV 55:G2)
Taille – Courante – Gavotte en Rondeau – Branle (arr. Th. Goedhart) –
Sarrabande – Fantasie – Menuet 1 en 2 – Rossignol

Carl Philipp Emanuel Bach (1714 – 1788) : Celloconcert in A-Dur (Wq 172 – H439)
solist: Fred Edelen
Allegro – Largo Mesto – Allegro assai

John Eccles (1668 – 1735): Suite ‘The Mad Lover’
Ouverture – Aire – Aire – Slow Aire – Aire – Jigg – Aire – Aire – Aire

Wolfgang Amadeus Mozart (1756 – 1792): Divertimento II in Bes-groot (KV 137)
Andante – Allegro di molto – Allegro assai


De Amerikaanse cellist Fred Edelen groeide op tussen de platen van zijn vader, stapels muziek en een piano, die hij begon te bespelen toen hij zes was. Toen hij op tienjarige leeftijd een opname van de celliste Jacqueline du Pré hoorde koos hij echter resoluut voor de cello. Hij studeerde in Bloomington (V.S.) en met een Fulbright beurs in Den Haag, bij onder andere Janos Starker, Gary Hoffman en Richte van der Meer. Fred Edelen was drie jaar solocellist bij het San Antonio Symphony Orchestra en lid van het Houston Symphony Orchestra. Sinds augustus 2003 maakt hij als plaatsvervangend solocellist deel uit van het Concertgebouworkest. Met zijn vrouw, klaveciniste Christina Edelen (zij speelde met het LBE tijdens de laatste Italië-Frankrijk-tournee), vormt hij het Duo Edelen. Bij het Museum of Fine Arts in Houston initieerden ze een kamermuziekserie, waar ze nog regelmatig optreden. Fred Edelen musiceert ook met het Egmont Kwartet en het Concertgebouw Kamerorkest. Fred Edelen heeft sinds 2005 een cello van J.B. Rogeri in bruikleen.


1e viool: ​Roelof Balk, Ard Groot en Wibe Moll
2e viool: Lise Heide-Jørgensen, ​Marjolein Hennes en Else van Ommen
altviool: ​Matthieu van Gelderen, Stan van Heijst en Marieke Jas
cello: ​Susan Lambrechtsen
violone: ​Ellen de Graaff
clavecimbel:​ Theo Goedhart


De vader van George Philipp Telemann overleed vroeg en zijn moeder wilde de muzikale neigingen van haar zoon absoluut onderdrukken. Zij stuurde hem in 1698 eerst naar het gymnasium in  Hildesheim, maar daar werd zijn muzikaal talent juist opnieuw bevorderd. Hij mocht zelfs de organist en cantor van Hildesheim vervangen en kon in Braunschweig en Hannover aan opera-uitvoeringen deelnemen. Op wens van zijn moeder ging hij 1701 naar Leipzig om rechten te studeren. Op weg naar Leipzig kwam hij in Halle in contact met de jonge Georg Friedrich Händel. Zij werden goede vrienden.

Eenmaal in Leipzig schreef de jonge Telemann al spoedig tal van cantates voor de Leipziger Thomaskirche en besloot hij toch componist te worden. In 1702 stichtte hij een Collegium Musicum met studenten, waarvoor hij openbare concerten organiseerde. In hetzelfde jaar werd hij tot artistiek directeur van de Opera van Leipzig benoemd en begon hij aan zijn eerste opera’s. Verder was hij als organist en muziekdirecteur aan de Nieuwe Kerk te Leipzig werkzaam.

Telemann deed er alles aan om bekend te worden: in tegenstelling tot andere componisten liet hij een grote hoeveelheid van zijn muziek uitgeven, om het zo door heel Europa te verspreiden. Er zijn ook veel meer details over zijn biografie en persoonlijkheid bekend dan van andere componisten, o.a. omdat hij maar liefst drie! autobiografieën produceerde. Telemann was een meester in humoristische, meer programmatische composities, zoals de suites ‘Les Nations’ (eerder gespeeld door het LBE) en La Bizarre. In de ludieke suite “La Bizarre” speelt hij in ieder deel vrijelijk met de behoorlijk strakke conventies van de barokke danssuite.

Carl Philipp Emanuel Bach leidde een wat gewrongen bestaan als klavecinist, leraar en componist aan het hof van Frederik de Grote in Potsdam. Hij moest o.a. de dwarsfluit spelende koning begeleiden op clavecimbel. Terwijl hij in het hoforkest vooral brave, galante muziek moest uitvoeren, verwerkte hij in zijn eigen composities heel wat gedurfder en stoutmoediger effecten. M.n. zijn solo-concerto’s zijn een belangrijke schakel tussen de concerto’s uit de barok (van bijvoorbeeld Vivaldi) en die uit de klassieke periode (van Haydn en Mozart). Maar ze zijn door hun briljante opbouw en fantasierijke karakter tegelijk ook veel meer dan zo maar overgangswerken.

Het celloconcert in A-groot, waarvan overigens ook een versie voor fluit solo bestaat (geschreven voor genoemde vorst Frederik de Grote), schreef Bach in 1750. Stemmingswisselingen volgen elkaar in een snel, verbluffend tempo op. Onze solist Fred Edelen amuseert zich met ons, en hopelijk ook met u, kostelijk met deze onvoorspelbare muziek: elke verrassende wending speelt hij met veel fantasie, elke wissel in timbre geeft hij extra glans. En in de meer virtuoze passages treedt hij als een echte solist op de voorgrond.

John Eccles was een in zijn tijd beroemd theater-componist. Hij componeerde o.a. voor Shakespeare’s Macbeth, maar ook samen met Henry Purcell de gelegenheidsmuziek ‘Don Quixote’. Hij was de enige ‘Master of the King’s Music, die onder vier vorsten diende (w.o. ‘onze’ William III en Queen Anne). Hij schreef ook vele liederen.

De titel ‘The Mad Lover’ is ontleend aan de gelijknamige tragikomedie van John Fletcher, gepubliceerd in 1647. The Mad Lover verwijst naar de ‘gekke verliefde’, maar tevens naar de melancholie en neerslachtigheid en het gebrek aan levenslust zoals die zo gemakkelijk kunnen voortvloeien uit een stukgelopen (romantische) liefde. The Lover’s Melancholy’ was een geliefd onderwerp in het Jacobijnse tijdperk (1e kwart van de 17e eeuw).

In het getoonzette toneelstuk ‘The Mad Lover’ (losjes gebaseerd op de mythe van Orpheus) halen de acteurs met behulp van zang en dans werkelijk alles uit de kast, o.a. door maskers op te zetten van bijv. een aap, een hond of een leeuw en zelfs als dansende bomen verkleed te gaan, om de krankzinnige krijgsheer Memnon toch maar vooral vrolijk te stemmen. Het is tevens een passende titel voor het sensuele, gepassioneerde, soms wilde en excentrieke Engelse muzieklandschap in die tijd.

Wolfgang Amadeus Mozart componeerde in 1772 tijdens een verblijf in Milaan voor het orkest aldaar  o.a. de drie zgn. Divertimenti. Deze divertimenti ademen -indachtig de plaats van ontstaan- een heerlijke zomerse, italiaanse sfeer, zoals de jonge Mozart (destijds 16 jaar!) die in Milaan aantrof.

In de Köchel Verzeichnis zijn deze stukken onder zijn -vroege- strijkkwartetten gerangschikt, waarschijnlijk omdat ze zich er ook uitstekend voor lenen vanwege de vierstemmigheid voor strijkers. Ten onrechte!

In het classicisme werd het divertimento gecultiveerd. Het was ook populair aan de talrijke hoven van Europese vorsten. De vorm evolueerde in de loop van de 18e eeuw van muziek voor solo-instrumenten, dicht tegen de sonate aanleunend, naar een orkestrale bezetting voor voornamelijk louter strijkers of blazers. Na ca.1770 sloeg de term op een licht, ontspannend werk zonder de diepgang van een sonate. Als muziekvorm heeft het divertimento twee doelen: als ontspanning voor zowel de muzikanten en de luisteraars. Dit vereist een luchtige aanpak van de componist zonder hierbij concessies te doen aan het niveau van de compositie en uitvoerenden. Tevens diende het divertimento meer en meer als achtergrondmuziek tijdens banketten, recepties, etc.


Leids Barok Ensemble in het kort:
Leeftijd: 34 jaar
Thuisbasis: Leiden (Lokhorstkerk)
Artistiek leider: Roelof Balk
Dirigent: geen
Favoriete muziek: frisse barok.
Componisten: onbekend en bekend (van Castrucci tot J.S. Bach), van vroeg-barok tot vroeg-klassiek (van Biber via C.P.E. Bach tot W.A. Mozart) en soms een ‘extravagant’ uitstapje (Pärt, Goedhart)
Binnenlandse concerten: van Moddergat tot Kloosterzande, van Vlieland tot Maastricht en vele prachtige kerkjes daar tussenin
Tournees: optredens in België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk
Stokpaardje: barokinterpretatie met barokstokken en darmsnaren
Samengewerkt met o.a.: Jan Willem de Vriend (viool-dirigent), Lucia Swarts (cello), Franc Polman (viool), Han Tol (blokfluit), Peter de Groot (altus), Nico van der Meel (tenor-dirigent), Alfredo Bernardini (hobo) en vele andere inspirerende barokmusici.


Website en verzendlijst

Rond het Leids Barok Ensemble heeft zich een groeiende kring van muziekliefhebbers gevormd, die graag op de hoogte blijven van de activiteiten van het ensemble. Omdat het LBE niet wordt gesubsidieerd, is het afhankelijk van sponsoring, donateurs en concertbezoekers. Meer informatie over het ensemble vindt u op www.hetlbe.nl.
Hier kunt u zich ook aanmelden voor de mailinglist.