Lokhorstkerk Leiden, zondag 17 november om 15:00 uur
Kerk van Rozendaal (Gld), zondag 24 november om 15:00 uur
Johann Sebastiaan Bach: uit Die Kunst der Fuge
Fuga I
Fuga III
Fuga IX
Matthew Locke: Suite nr 3 in F gr.t. uit Consort of Four Parts
Fantazia
Courante
Ayre
Sarabande
Pieter Hellendaal: Concerto grosso opus 3 nr 4 in Es gr.t.
Grave sostenuto
Alla breve
Affetuoso
Presto
Pastorale
Samuel Scheidt: Pavane / Paduana dolorosa SSWV.42 (1621)
Carlo Farina: Capriccio Stravagante à 4 (1627)
Francesco Geminiani: Concerto grosso nr 12 in d-minor H.143 ‘La Follia’
Adagio en 23 variaties
Artistieke leiding: Han Tol
Dit project is mede mogelijk door de financiële bijdrage van: Stichting Gilles Hondius Foundation, het Cultuurfonds en het Catrien Venverloo Fonds
Dit najaar steekt het LBE tal van grenzen over. We zetten onze vernieuwende ‘oversteek’ naar een nieuwe muzikale fase in het meer dan 36-jarige bestaan van het LBE. We zijn een hernieuwde samenwerking aangegaan met Han Tol als artistiek leider. Zijn inspirerende repetities resulteren in de concerten die we in Leiden en Rozendaal (Gld) ten gehore brengen. We steken daarbij niet alleen de provinciegrenzen over, ook muzikaal gaan we met u op reis aan de hand van de muziekstukken.
Johann Sebastiaan Bach (1685-1750) behoeft nauwelijks enige introductie, maar wellicht wel bij diens baanbrekende werk ‘die Kunst der Fuge’. Het is een compositiecyclus op basis van een eenvoudig grondthema in de eerste fuga, waarop hij ‘grensverleggende’ variaties componeert. Aldus biedt hij een staalkaart aan mogelijkheden van het contrapunt. Bach heeft elke stem – de fuga’s, dubbelfuga’s, spiegelfuga’s enzovoorts zijn alle hooguit vierstemmig – afzonderlijk, in partituurvorm, genoteerd. Gustav Leonhardt heeft (in een publicatie in 1952) krachtig betoogd dat het eigenlijk voor clavecimbel is geschreven. Maar het kan ook heel goed met meerdere instrumenten in ensemblevorm worden uitgevoerd.
De Fuga’s I en III zijn zgn. enkelvoudige fuga’s, waarbij het hoofdthema wordt geïntroduceerd in reguliere (rectus) of omgekeerde (inversus) vorm. De eerste fuga verklankt het thema in de originele vorm, voortbouwend met kleine ritmische wijzigingen en syncopen. In de derde fuga wordt het thema gespiegeld. In Fuga IX klinken meerdere thema’s, gebaseerd op het hoofdthema. Het spel wordt complexer. Nieuwe thema’s worden gecombineerd in grondvormen gespiegeld, het hoofdthema verschijnt gespiegeld en in ritmisch gevarieerde versies. De negende fuga eindigt met een dubbelfuga, in een compacte vorm en met snelle loopjes in de tegenstemmen.
De Engelsman Matthew Locke (1621-1677) begon zijn muzikale carrière als koorjongen in de kathedraal van Exeter, waar hij ook tot organist werd opgeleid. Zijn leermeester was Edward Gibbons, broer van Orlando Gibbons. Hij componeerde de allereerste Engelse opera’s en oefende grote invloed op Purcell uit. Op 18-jarige leeftijd reisde hij in het kielzog van kroonprins Charles II naar de Nederlanden, waar hij waarschijnlijk ook tot het katholicisme is bekeerd. Hij nam er kennis van de rijke muziekliteratuur en verwerkte veel ervan in zijn (sacrale én profane) composities. Zo schreef hij als favoriet van de latere koning Charles II ten behoeve van diens hof veel dansstukken. Hoewel in de 18e en 19e eeuw als ouderwets versleten (en bijna vergeten), wordt tegenwoordig het belang van Locke voor de Engelse barokmuziek alom onderkend.
In omgekeerde richting stak Pieter Hellendaal (1721-1799) grenzen over. Hij reisde al jong naar Italië, waar hij studeerde bij Giuseppe Tartini en verbleef uiteindelijk meer dan 48 jaar (tot aan zijn dood) in Engeland. Zijn laatbarokke idioom is verwant aan het werk van zowel Georg Friedrich Händel als Carl Philipp Emmanuel Bach. In zijn vioolsonates klinkt de grilligheid van zijn belangrijkste leermeester Tartini door. Hellendaal is een van die merkwaardig ongrijpbare figuren, wiens leven, ijverig doorgebracht in een muzikaal achterland, weinig indruk heeft achtergelaten op de geschiedenis, maar wiens overgeleverde muziek, hoewel bescheiden in hoeveelheid, van verrassende kwaliteit is. Dit blijkt m.n. uit zijn magnifieke Six Grand Concertos op. 3, ongetwijfeld behorend tot de mooiste concerti grossi die in Engeland in de 18e eeuw werden gepubliceerd (1758), Ondanks de grote muzikale vernieuwingen die in de tweede helft van de achttiende eeuw plaatsvonden houdt Hellendaal vast aan het principe van de basso continuo. Daarbij weet hij de barokke sonate te verrijken met een persoonlijk idioom, waarin lyriek en virtuositeit hand in hand gaan.
Samuel Scheidt (1587-1654) is gevormd door ‘onze’ Sweelinck tijdens zijn studie in Amsterdam (1608) en werd een van de belangrijkste representanten van de Duitse vroegbarok, tezamen met Heinrich Schütz en Johann Hermann Schein. Zij legden de basis van de Duitse barokmuziek, waarop o.m. J.S. Bach kon voortbouwen. Scheidt schreef vele motetten, bundels met instrumentale muziek (waaronder Pavane dolorosa) en een driedelige orgelcollectie. Door het uitbreken van de Dertigjarige oorlog en het uitbreken van de pest in 1636 (waarbij hij 4 van zijn kinderen verloor) stopte hij met componeren.
Carlo Farina (ca. 1600–1639) was in zijn tijd een van de vroegste vioolvirtuozen in Italië en ver daarbuiten. Hij schreef enkele van de vroegste vioolsonates en introduceerde dat nieuwe Italiaanse genre in Duitsland. Hij bracht zijn eerste jaren door in Mantua en werd in 1625 concertmeester in Dresden, waar hij Heinrich Schütz gekend zou hebben. Later verbleef hij in o.m. Bonn en Wenen. In het Capriccio Stravagante (1627) verwerkte Farina de invloed van de opkomende Italiaanse stijl en de Italiaanse muzikanten aan de hoven van Noord-Europa. Met slechts vier typen instrumenten uit de vioolfamilie (violen, altviolen en een instrument van het violoncello-type) weet Farina humoristische imitaties van dierengeluiden (zoals blaffende honden of vechtende katten) te verklanken, maar ook andere muziekinstrumenten na te bootsen, zoals trompetten, schalmeien, orgels en gitaren. M.n. de 1e vioolpartij neemt velerlei het timbre en de muzikale idiomen van andere instrumenten over. Probeert u eens te onderscheiden: de ‘Lira’ bijvoorbeeld, die niet de lira da braccio is, maar de draailier, en ‘Il tremulant’: geen tremolotechniek voor strijkers, maar een orgelzetting. Zijn overige werken omvatten polyfone dansen in de Franse stijl en briljante sonates voor viool.
De Italiaanse violist en componist Francesco Geminiani (1687-1762) was actief in Londen vanaf 1714, in Parijs in 1749-1755 en uiteindelijk in Dublin. Als een van de beroemdste vioolvirtuozen van zijn tijd publiceerde hij een reeks leerboeken, waaronder de vioolschool “De kunst van het vioolspelen” (1751), die fundamenteel is voor de techniek van het moderne vioolspel. Zijn compositorische productie omvat 24 vioolsonates, 24 concerti grossi en 6 cellosonates. Geminiani werd in zijn tijd gelijkgesteld aan Georg Friedrich Händel (1685-1759) en Arcangelo Corelli (1653-1713), wiens leerling en muzikaal erfgenaam hij zichzelf beschouwde. Er is geen direct bewijs dat Geminiani bij Corelli in Rome heeft gestudeerd. Wel kunnen we gerust zeggen dat hij een fervent discipel van hem was, niet in het minst omdat hij een fantasierijke verzameling van 6 concerto grosso-arrangementen maakte, gemodelleerd naar de Opus 5 vioolsonates van zijn held. De beroemde “La Follia”-bas krijgt in deze ‘La Follia’ 24 inventieve en opvallende variaties te spelen. De hoofdvioolpartij wordt gespeeld met veel fantasie en zorgt voor sprankelende texturen in enkele buitengewone variaties. De veelal contrasterende variaties zijn soms schurend, maar er is zeker geen zweem van zelfgenoegzaamheid in onze pittige vertolking.
Han Tol
Sinds 2023 is de Nederlandse blokfluitist en dirigent Han Tol “professor emeritus” van de Hochschule für Künste in Bremen, waaraan hij 36 jaar verbonden is geweest. Hij doceerde tevens aan de “Schola Cantorum Basiliensis” te Bazel (Zwitserland), en aan de “Jacob’s School of Music” te Bloomington (Indiana, VS).
Han Tol is verbonden aan het Balthasar Neumann Ensemble uit Freiburg, waarmee hij als solist en artistiek leider een alom geprezen cd met recent ontdekt repertoire van G.Ph. Telemann opnam. ”Perpetuum Mobile is the title that the Balthasar-Neumann-Ensemble has given to one of the most imaginative and satisfying Telemann discs that I have heard for a long time…recorder player Han Tol directs all with affection and an unerring sense of style.”, aldus N. Anderson in “Early Music Today”.
Han Tol is te beluisteren op een 40-tal cd-opnamen bij Teldec, Hyperion, Harmonia Mundi, CPO, EMI, Opus 111, Aeolus, Carus en Globe. In 2014 en 2016 soleerde hij bij het Leids Barok Ensemble.
Publicaties van zijn hand verschenen in Duitse en Amerikaanse vakbladen, o.a. over de mysterieuze16e-eeuwse Venetiaanse virtuoos Silvestro Ganassi.
Leids Barok Ensemble
Viool: Wiveka Elion, Corine Flach, Marjolein Hennes, Marceline Loudon, Wibe Moll, Else van Ommen, Anne van Walsum en Ulrike Wiebel
Altviool: Matthieu van Gelderen, Stan van Heijst en Marieke Jas
Cello: Susan Lambrechtsen, Petra de Man
Violone: Ellen de Graaff
Klavecimbel: Marta Leda
Het Leids Barok Ensemble (ontstaan in 1988) speelt zonder dirigent op darmsnaren met barokstokken lekkere, frisse barok (415 Hz). Op de lessenaar zetten we graag werken van bekende en onbekende componisten (van Castrucci tot J.S. Bach), van vroeg-barok tot vroeg-klassiek (van Biber via C.P.E. Bach tot W.A. Mozart) en soms een ‘extravagant’ uitstapje (A. Pärt, Goedhart). Het LBE werkte samen met o.m. Jan Willem de Vriend (viool-dirigent), Lucia Swarts (cello), Franc Polman (viool), Han Tol (blokfluit), Peter de Groot (altus), Nico van der Meel (tenor-dirigent), Alfredo Bernardini (hobo), en vele andere inspirerende barokmusici. Meer dan 100 concerten gaf het LBE in binnen-en buitenland (van Vlieland tot Kloosterzande (Zeeuws-Vlaanderen) en heel veel prachtige kerkjes daar tussenin. Buitenlandse tournees waren er in België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
Draagt u het Leids Barok Ensemble een warm hart toe en wilt u ons financieel ondersteunen?
Uw steun wordt zeer op prijs gesteld: NL95INGB0000221798 t.n.v. Leids Barok Ensemble.